Tja, het college zit er nu bijna een jaar en van bezuinigingsvoorstellen hebben we nog niet veel gezien. Wel is er contact met verenigingen en stichtingen: wat zou het betekenen als we 10% of 100% van de subsidie intrekken? Rare vraag als je nog niet weet wat je met Papendrecht wil.
Maart 2011.
Wel of geen kaasschaaf?
Wij zijn tegen de kaasschaaf methode (overal maar wat geld weghalen). We zijn er voor om te kijken wat je als gemeente wil. Dat wat je wilt, daar investeer je in. Het andere stoot je af. Nu zegt de VVD de ene keer dat ze geen kaasschaaf willen (chapeau!, zijn we het mee eens) en de andere keer, zoals bij het debat o.l.v. Jacobine Geel afgelopen dinsdag, zeggen ze dat ze voor een kaasschaaf zijn. Schiet mij maar lek. Ik weet het dan ook niet meer.
Visie? Welke visie?
En vanuit welke visie ga je eigenlijk werken? Wat wij willen is duidelijk: een groen Papendrecht waar mensen betrokken zijn op elkaar. Elke bezuiniging zullen wij toetsen aan deze norm. Wat de drie oppositiepartijen willen is helder. PvdA, SGP en GroenLinks zijn klip en klaar geweest in hun algemene beschouwingen. Maar wat wil deze coalitie van PAB, VVD, CDA, CU en D66? Een groen Papendrecht? Een sociaal Papendrecht? Een van alles een beetje maar nergens genoeg Papendrecht? Wat laat je over aan particulier initiatief en wat doe je nog als gemeente?
Beloofd is beloofd
En dan de harde belofte uit het akkoord: vijf maanden na het aantreden van dit college zouden de bezuinigingsvoorstellen er liggen. Dat vonden we als oppositie ook alleszins redelijk. Maar na een jaar zijn de voorstellen er nog steeds niet! En dat terwijl ze niet met 3,0 fte wethouder werken (zoals het vorige college), maar met 4,2 wethouder (wat betekent dat u en ik nog eens zo'n dikke TON EXTRA MOETEN INLEVEREN per jaar om deze extra wethouders hun salaris te betalen).
Te laat bezuinigd...een gemiste kans
Over een aantal bezuinigingen waren we het met elkaar vast eens een jaar geleden. Als we die direct hadden doorgevoerd, hadden we er nu financieel beter bijgezeten. Nu is het teren op de goede financiële positie die we als Papendrecht hadden.